Tips en Advies

25-09 ST Special Miljoenennota 2025
16-07 ST Nieuwsbrief 2024-7
13-06 ST Nieuwsbrief 2024-6
16-05 ST Nieuwsbrief 2024-5
18-04 ST Nieuwsbrief 2024-4
13-03 ST Nieuwsbrief 2024-3
22-02 ST Nieuwsbrief 2024-2
25-01 ST Nieuwsbrief 2024-1
24-01 ST Special Lonen 2024
19-12 ST Nieuwsbrief 2023-10
16-11 ST Nieuwsbrief 2023-9
25-10 ST Nieuwsbrief 2023-8
18-10 ST Special Eindejaarstips 2023
26-09 ST Special Miljoenennota 2024
13-07 ST Nieuwsbrief 2023-7
20-06 ST Nieuwsbrief 2023-6
10-05 ST Nieuwsbrief 2023-5
13-04 ST Nieuwsbrief 2023-4
16-03 ST Nieuwsbrief 2022-3
16-02 ST Nieuwsbrief 2023-2
01-02 ST Special Lonen 2023
19-01 ST Nieuwsbrief 2023-1
15-12 ST Nieuwsbrief 2022-9
22-11 ST Nieuwsbrief 2022-8
19-10 ST Special Eindejaarstips 2022
22-09 ST Special Miljoenennota 2023
14-07 ST Nieuwsbrief 2022-7
15-06 ST Nieuwsbrief 2022-6
12-05 ST Nieuwsbrief 2022-5
14-04 ST Nieuwsbrief 2022-4
16-03 ST Nieuwsbrief 2022-3
16-02 ST Nieuwsbrief 2022-2
27-01 ST Nieuwsbrief 2022-1
25-01 ST Special Lonen 2022
16-12 ST Nieuwsbrief 2021-10
24-11 ST Nieuwsbrief 2021-9
21-10 ST Nieuwsbrief 2021-8
23-09 ST Special Miljoenennota 2022
22-07 ST Nieuwsbrief 2021-7
24-06 ST Nieuwsbrief 2021-6
02-06 ST Nieuwsbrief Corona 2021-2
12-05 ST Nieuwsbrief 2021-5
14-04 ST Nieuwsbrief 2021-4
23-03 ST Nieuwsbrief 2021-3
17-02 ST Nieuwsbrief 2021-2
27-01 ST Nieuwsbrief Corona 2021-1
21-01 ST Nieuwsbrief 2021-1
13-01 ST Special Lonen 2021
17-12 ST Nieuwsbrief 2020-9
16-12 ST Nieuwsbrief Corona 2020-9
12-11 ST Nieuwsbrief 2020-8
10-11 ST Special Eindejaarstips 2020
28-10 ST Nieuwsbrief Corona 2020-8
20-10 ST Nieuwsbrief 2020-7
17-09 ST Special Miljoenennota 2021
02-09 ST Nieuwsbrief Corona 2020-7
21-07 ST Nieuwsbrief 2020-6
24-06 ST Nieuwsbrief 2020-5
03-06 ST Nieuwsbrief Corona 2020-6
26-05 ST Nieuwsbrief Corona 2020-5
14-05 ST Nieuwsbrief 2020-4
30-04 ST Nieuwsbrief Corona 2020-4
20-04 ST Nieuwsbrief Corona 2020-3
30-03 ST Nieuwsbrief Corona 2020-2
18-03 ST Nieuwsbrief Corona 2020-1
12-03 ST Nieuwsbrief 2020-3
12-02 ST Nieuwsbrief 2020-2
15-01 ST Nieuwsbrief 2020-1
09-01 ST Special Lonen 2020
12-12 ST Nieuwsbrief 2019-10
19-11 ST Nieuwsbrief 2019-9
13-11 ST Special Eindejaarstips 2019
10-10 ST Nieuwsbrief 2019-8
18-09 ST Special Miljoenennota 2020
10-07 ST Nieuwsbrief 2019-7
25-06 ST Nieuwsbrief 2019-6
16-05 ST Nieuwsbrief 2019-5
15-04 ST Nieuwsbrief 2019-4
13-03 ST Nieuwsbrief 2019-3
14-02 ST Nieuwsbrief 2019-2
16-01 ST Nieuwsbrief 2019-1
09-01 ST Special Lonen 2019
13-12 ST Nieuwsbrief 2018-9
14-11 ST Nieuwsbrief 2018-8
08-11 ST Special Eindejaarstips 2018
10-10 ST Nieuwsbrief 2018-7
19-09 ST Special Miljoenennota 2019
11-07 ST Nieuwsbrief 2018-6
14-06 ST Nieuwsbrief 2018-5
17-05 ST Nieuwsbrief 2018-4
11-04 ST Nieuwsbrief 2018 deel 3
20-03 ST Nieuwsbrief 2018 deel 2
18-01 ST Nieuwsbrief 2018 deel 1
17-01 ST Special Lonen 2018
13-12 ST Nieuwsbrief 2017 deel 10
15-11 ST Nieuwsbrief 2017 deel 9
08-11 ST Special Eindejaarstips 2017
24-10 ST Nieuwsbrief 2017 deel 8
12-10 ST Special Regeerakkoord 2017
21-09 ST Special Miljoenennota 2018
13-07 ST Nieuwsbrief 2017 deel 7
21-06 ST Nieuwsbrief 2017 deel 6
18-05 ST Nieuwsbrief 2017 deel 5
12-04 ST Nieuwsbrief 2017 deel 4
12-04 ST Nieuwsbrief 2017 deel 3
15-03 ST Nieuwsbrief 2017 deel 2
24-01 ST Nieuwsbrief 2017 deel 1
11-01 ST Special Lonen 2017
15-12 ST Nieuwsbrief 2016 deel 10
22-11 ST Nieuwsbrief 2016 deel 9
15-11 ST Special Eindejaarstips 2016
20-10 ST Nieuwsbrief 2016 deel 8
22-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2017
14-07 ST Nieuwsbrief 2016 deel 7
21-06 ST Nieuwsbrief 2016 deel 6
19-05 ST Nieuwsbrief 2016 deel 5
14-04 ST Nieuwsbrief 2016 deel 4
23-03 ST Nieuwsbrief 2016 deel 3
24-02 ST Nieuwsbrief 2016 deel 2
26-01 ST Nieuwsbrief 2016 deel 1
12-01 ST Special lonen 2016
17-12 ST Nieuwsbrief 2015 deel 10
25-11 ST Nieuwsbrief 2015 deel 9
12-11 ST Special Eindejaarstips 2015
29-10 ST Nieuwsbrief 2015 deel 8
15-10 ST Nieuwsbrief 2015 deel 7
23-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2016
30-06 ST Nieuwsbrief 2015 deel 6
26-05 ST Nieuwsbrief 2015 deel 5
28-04 ST Nieuwsbrief 2015 deel 4
25-03 ST Nieuwsbrief 2015 deel 3
26-02 ST Nieuwsbrief 2015 deel 2
28-01 ST Nieuwsbrief 2015 deel 1
22-01 ST Special Lonen 2015
03-12 ST Special Eindejaarstips 2014
30-10 ST Nieuwsbrief 2014 deel 8
16-09 ST Nieuwsbrief 2014 deel 7
31-07 Werkkostenregeling
24-07 Zonnepanelen op uw woning
24-07 Uw positie als DGA
01-07 ST Nieuwsbrief 2014 deel 6
26-06 ST Nieuwsbrief 2014 deel 5
29-04 ST Nieuwsbrief 2014 deel 4
03-04 ST Nieuwsbrief 2014 deel 3
13-03 Succesvol financieren
13-03 Auto en fiscus 2014
13-03 ST Nieuwsbrief 2014 deel 2
07-02 ST Special lonen 2014
05-02 ST Nieuwsbrief 2014 deel 1
05-12 Update ST Special Oudejaarstips 2013
07-11 ST Special Oudejaarstips 2013
17-10 ST Nieuwsbrief 2013 deel 8
24-09 ST Nieuwsbrief Miljoenennota 2014
17-09 ST Nieuwsbrief 2013 deel 7
02-07 ST Nieuwsbrief 2013 deel 6
30-05 ST Nieuwsbrief 2013 deel 5
25-04 ST Nieuwsbrief 2013 deel 4
28-03 ST Nieuwsbrief 2013 deel 3
21-02 ST Nieuwsbrief 2013 deel 2
09-01 ST Special lonen 2013
07-02 ST Nieuwsbrief 2013 deel 1
10-12 Wet Uniformering Loonbegrip
09-01 ST Nieuwsbrief Belastingplan 2013
19-11 ST Eindejaarstips 2012
09-01 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2012, II
09-01 ST Tips 4e kwartaal 2012, II
09-01 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2012, I
09-01 ST Tips 4e kwartaal 2012, I
28-06 ST Nieuwsbrief 3e kwartaal 2012
28-06 ST Tips 3e kw 2012
16-05 ST Nieuwsbrief 2e kwartaal 2012
16-05 ST Tips 2e kwartaal 2012
07-02 ST Nieuwsbrief 1e kwartaal 2012
07-02 ST Tips 1e kwartaal 2012
31-01 ST Special Lonen 2012
02-11 ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2011
02-11 ST Tips 4e kwartaal 2011
14-07 ST Nieuwsbrief 3e kwartaal 2011
23-03 ST Tips 3e kwartaal 2011

ST Nieuwsbrief 4e kwartaal 2012, I

  1. Forse lastenverzwaring voor 'goed betalende' werkgever
  2. 

werkgever 

De kogel is door de kerk. Vlak voor het zomerreces stemde de Eerste Kamer in met een werkgeversheffing over hoge lonen. Bedraagt het loon van uw werknemer dit jaar meer dan € 150.000, dan wordt u volgend jaar geconfronteerd met een extra werkgeversheffing (pseudo-eindheffing). Ook de werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen wordt fors verhoogd: van 30 naar 75%. 

Werkgeversheffing over hoge lonen

U krijgt volgend jaar te maken met de werkgeversheffing over hoog loon als u dit jaar een werknemer in dienst heeft met een loon hoger dan € 150.000. Daarbij wordt uitgegaan van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking voor het hele jaar 2012, inclusief alle structurele en incidentele beloningen en dus ook inclusief de bijtelling auto. De werkgeversheffing is eenmalig in 2013 en bedraagt 16% over het meerdere boven de € 150.000. Deze komt dus boven op de reguliere loonkosten die u als werkgever al heeft.

Werkgeversheffing in praktijk

Stel, uw werknemer heeft in 2012 een jaarloon verdiend van € 165.000. Het meerdere boven de € 150.000 is in 2013 belast met 16%. Het verschil tussen € 165.000 en € 150.000 is € 15.000. Over dit bedrag wordt de werkgeversheffing berekend. Die bedraagt dus 16% van € 15.000 = € 2.400. Dit bedrag bent u als werkgever op 31 maart 2013 verschuldigd en moet u afdragen aan de Belastingdienst. 

Let op

De werkgeversheffing is eenmalig en komt dus niet meer terug in 2014.

Heeft uw werknemer in een jaar meerdere banen gehad, dan is geen werkgeversheffing verschuldigd, zolang geen van de werkgevers in het jaar 2012 een loon hoger dan € 150.000 heeft betaald. Vervult de werknemer binnen één concern meerdere dienstbetrekkingen, dan gaat deze regel niet op. In dat geval moet namelijk worden uitgegaan van het totaalbedrag aan loon verdiend in 2012. De werkgever binnen het concern die in 2012 het grootste deel van loon heeft verstrekt, betaalt ook de werkgeversheffing.

Samenloop met de gebruikelijk loonregeling

Verdient u als aanmerkelijkbelanghouder in 2012 een gebruikelijk loon dat hoger ligt dan € 150.000, dan krijgt uw bv te maken met de werkgeversheffing over hoge lonen.

Ontgaan niet mogelijk

U ontloopt als werkgever niet zomaar de werkgeversheffing over hoge lonen. Extra maatregelen worden de komende maanden getroffen om dit te voorkomen. Een ontgaansmogelijkheid zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat een werkgever de dienstbetrekking van zijn werknemer nog dit jaar in overleg geheel of gedeeltelijk omzet in een zzp-contract. Vanaf dat moment geniet de werknemer dan winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden en dus geen loon meer. In dat geval zal worden bepaald dat het inkomen verkregen met een zzp-contract toch tot het loon wordt gerekend. Deze ontgaansmogelijkheid is hiermee afgesloten.

Werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen

Tot slot wordt volgend jaar ook de werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen aan werknemers aanzienlijk verhoogd. Betaalt u nu nog als werkgever 30% belasting over een excessieve vertrekbonus (hoger dan € 531.000), in 2013 is dat 75%.

 

2.         Voorkom inlenersaansprakelijkheid. Ga voor vrijwaring!

ondernemerbv

Leent u wel eens uitzendkrachten in, dan loopt u als inlener het risico om aansprakelijk gesteld te worden als het uitzendbureau zijn loonheffingen en omzetbelasting niet betaalt aan de Belastingdienst. Per 1 juli 2012 zijn de voorwaarden voor inlenersaansprakelijkheid gewijzigd. Voldoet u aan de voorwaarden, dan kunt u niet langer aansprakelijk worden gesteld.

Aansprakelijkheid voorkomen

U kunt aansprakelijkheid voorkomen door een deel van het factuurbedrag te storten op de g-rekening van het uitzendbureau. Maar daarmee bent u maar gevrijwaard tot het bedrag dat u op deze rekening heeft gestort. Blijkt achteraf dat meer loonheffingen of omzetbelasting zijn verschuldigd, dan kunt u toch nog aansprakelijk worden gesteld. Voldoet u per 1 juli echter aan bepaalde voorwaarden, dan kunt u een beroep doen op de 'disculpatieregeling' inlenersaansprakelijkheid. U bent dan gevrijwaard van aansprakelijkstelling.

Disculpatieregeling inlenersaansprakelijkheid

Disculpatie betekent een beroep doen op het ontbreken van schuld. Dankzij de disculpatieregeling inlenersaansprakelijkheid kunt u niet aansprakelijk gesteld worden, ook niet als achteraf blijkt dat het uitzendbureau te weinig loonheffingen of omzetbelasting heeft afgedragen. U moet wel voldoen aan de hierna genoemde zeven voorwaarden: 

1. Het uitzendbureau voldoet aan de NEN-4400-1 of 4400-2 norm en is opgenomen in het register van de Stichting Normering Arbeid (SNA). U weet zo zeker dat u arbeidskrachten inleent van een gecertificeerde uitzendonderneming. 

2. U stort 25% van de factuur (inclusief omzetbelasting) op de g-rekening van het in het SNA-register opgenomen uitzendbureau. Bij verlegging van de omzetbelasting is dit 20% van het factuurbedrag. 

3. De betaling op de g-rekening voldoet aan de voorwaarden voor vrijwarende betalingen. Dit houdt onder andere het volgende in: 

  • de factuur van het uitzendbureau voldoet aan de eisen die de Wet op de omzetbelasting daaraan stelt;
  • op de factuur staat het nummer of het kenmerk – voor zover aanwezig – van de overeenkomst waar de factuur betrekking op heeft;
  • op de factuur staat het tijdvak of de tijdvakken waarin de gefactureerde prestatie is verricht;
  • de factuur vermeldt de benaming of kenmerk van het werk. 

4. Bij betaling vermeldt u het factuurnummer en ook andere identificatiegegevens van de factuur, voor zover van toepassing. 

5. Uw administratie is zodanig ingericht dat de Belastingdienst daaruit direct de gegevens kan terugvinden over de inlening, de manurenadministratie en de betalingen. 

6. U kunt de identiteit van de ingeleende werknemer aantonen. 

7. Indien noodzakelijk kunt u aantonen dat een ingeleende buitenlandse werknemer beschikt over een geldige verblijfs- of tewerkstellingsvergunning.  

Overgangsregeling

Volledige vrijwaring, waarbij u voldoet aan alle zeven voorwaarden en verzoekt om toepassing van de disculpatieregeling inlenersaansprakelijkheid, kan alleen voor het deel dat u heeft gestort op de g-rekening van het uitzendbureau na 1 juli 2012. Bovendien moeten uw stortingen betrekking hebben op tijdvakken gelegen na 1 juli 2012. In alle andere gevallen geldt nog het oude regime van vrijwaring. Dat wil zeggen dat u alleen gevrijwaard bent tot het bedrag dat u heeft gestort op de g-rekening van het uitzendbureau.

 

3.         Bent u klaar voor de btw-verhoging?

ondernemerbv

Het algemene btw-tarief van 19% gaat per 1 oktober 2012 definitief omhoog naar 21%. Dat heeft gevolgen voor u als btw-belaste ondernemer. Want welk tarief moet u toepassen als u goederen levert of diensten verricht op of na 1 oktober en wat als uw klant al vooruitbetaald heeft? Leest u verder, zodat u zich op tijd kunt voorbereiden.

Welk tarief moet u hanteren?

Welk btw-tarief u straks moet toepassen (19% of 21%), hangt af van het moment waarop u goederen levert of diensten verricht. Samenvattend betekent dit het volgende: 

  • U levert goederen of verricht diensten op of na 1 oktober 2012. U moet 21% btw in rekening brengen.
  • U levert goederen of verricht diensten vóór 1 oktober 2012. U brengt 19% btw in rekening, ook als u pas na deze datum factureert.

Vooruitbetalingen

Maar wat als uw klant nu al gedeeltelijk vooruitbetaalt voor goederen of diensten die u levert na

30 september 2012? Over de hele prijs geldt nu het btw-tarief van 21%. U levert immers pas op of na 1 oktober. Over de vooruitbetaling heeft u al 19% btw in rekening gebracht. Het verschil tussen 21% en 19% bent u op 1 oktober dan nog verschuldigd.

Om te voorkomen dat bedrijven in dit soort situaties aanvullende facturen moeten uitreiken, is er een goedkeuring van het kabinet. Voor prestaties die u verricht vanaf 1 oktober 2012 mag u al vóór die datum btw factureren naar het tarief van 21%. Deze omzet kunt u aangeven in rubriek 1c (overige tarieven behalve 0%) op de aangifte omzetbelasting 3e kwartaal 2012.

Doorlopende prestaties

Levert u doorlopende prestaties (zoals het verlenen van licenties of bij abonnementen) die zijn aangevangen vóór 1 oktober 2012 en doorlopen na 30 september 2012? In dat geval geldt het btw-tarief van 21% alleen voor het deel van de prestatie die plaatsvindt na 30 september 2012.

Btw-verhoging en uw administratie

De btw-verhoging heeft ook gevolgen voor uw administratie. U zult uw boekhoudsysteem vóór 1 oktober moeten aanpassen om het btw-tarief van 21% vanaf die datum goed te kunnen verwerken in uw administratie en in de daaruit voortvloeiende btw-aangifte. En wat te denken van prijslijsten en dergelijke? De btw-verhoging betekent voor u dus nu al werk aan de winkel.

Overgangsrecht voor onroerende zaken

Voor de levering van onroerende zaken middels een koop-/aannemingsovereenkomst, waarbij de vergoeding in termijnen vervalt, is er een speciaal overgangsrecht. Het nieuwe btw-tarief van 21% geldt niet over de hele prijs, maar alleen over de termijnen die vervallen na 30 september 2012. Dit geldt ook voor apart overeengekomen verbouwingen, waarbij de vergoeding vervalt in termijnen. Het overgangsrecht geldt echter niet voor diensten die bestaan uit het verrichten van onderhouds- of herstelwerkzaamheden.

Tot slot is er nog een speciale overgangsregeling voor nieuwbouwwoningen, gekocht vóór 28 april 2012 met een opleveringsdatum ná 30 september 2012. Wordt de vergoeding in termijnen betaald, dan blijft het 19% btw-tarief gelden voor alle termijnen die vervallen vóór 1 oktober 2013. Termijnen die vervallen na die datum vallen onder het 21%-tarief.

 

4.         Kom in actie tegen de aanslag erfbelasting!

  alle belastingplichtigen

Wie een onderneming erft en voortzet, hoeft aanzienlijk minder erfbelasting te betalen dan iemand die privévermogen erft. Dit komt omdat bij het erven van ondernemingsvermogen vaak gebruik kan worden gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet. Deze bedrijfsopvolgingsregeling staat nu ter discussie door een uitspraak van de rechtbank Breda. Want waarom geldt de zeer hoge vrijstelling van deze faciliteit alleen bij het verkrijgen van ondernemingsvermogen en hoe rechtvaardig is dit? De uitspraak kan gunstig uitpakken als u recentelijk privévermogen heeft geërfd of dit binnenkort verwacht. Actie is dan wel geboden.

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

Erft u ondernemingsvermogen, dan kunt u mogelijk gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet. U betaalt dan aanzienlijk minder of helemaal geen erfbelasting. Er geldt namelijk een zeer hoge vrijstelling tot maximaal € 1.006.000 van de waarde van de onderneming. Is de onderneming meer waard, dan geldt een vrijstelling van 83% over het meerdere. Bent u na alle vrijstellingen toch erfbelasting verschuldigd, dan kunt u hiervoor uitstel van betaling aanvragen. Al met al voordelen die u niet heeft als u privévermogen erft. U kunt niet zomaar gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling, want er gelden diverse voorwaarden. Zo moet u bijvoorbeeld de onderneming nog minimaal vijf jaar voortzetten (voortzettingsvereiste).

Ongeoorloofd onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen

De rechtbank Breda besliste onlangs dat de bedrijfsopvolgingsregeling zorgt voor een ongeoorloofd onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen. De wetgever heeft de faciliteit destijds in het leven geroepen om zo te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt door liquiditeitsproblemen omdat erf- of schenkbelasting moet worden betaald. Aanvankelijk gold een vrijstelling van 25% van het ondernemingsvermogen, maar de vrijstelling is in de loop der jaren alleen maar hoger geworden, zonder onderbouwing en zonder rechtvaardiging. Uit niets blijkt dat ondernemingen zonder de huidige bedrijfsopvolgingsregeling ook echt in liquiditeitsproblemen komen. De faciliteit mag ook worden toegepast als er helemaal geen problemen zijn. De begunstiging van ondernemingsvermogen gaat dan ook volgens de rechter veel verder dan redelijk is.

Mogelijk vergaande gevolgen

De uitspraak heeft inmiddels voor veel beroering gezorgd. De Belastingdienst gaat vrijwel zeker in hoger beroep en ook de Tweede Kamer heeft over deze zaak vragen gesteld. De uitspraak roept veel onduidelijkheden op, zoals: 

  • Hoe moet worden omgegaan met reeds ingediende aangiften erfbelasting?
  • Mocht de uitspraak stand houden, gelden er dan voor het privévermogen ook bepaalde voorwaarden? Mag dit bijvoorbeeld ook vijf jaar niet worden vervreemd? Bij het erven of bij schenking van ondernemingsvermogen geldt immers ook een voortzettingsvereiste van vijf jaar.
  • Geldt deze uitspraak ook voor de schenkbelasting?
  • Gaat de wetgever de wet aanpassen en wordt de vrijstelling voor ondernemingsvermogen aan banden gelegd? In dat geval zou de uitspraak mogelijk gunstige gevolgen hebben voor particulieren, maar niet voor ondernemers.
  • Gaat deze uitspraak de Staat naar schatting € 1 mrd kosten?

Wat te doen?

Gezien alle onduidelijkheden op dit moment en het grote financiële belang, is het verstandig om bezwaar te maken tegen een nog niet definitief opgelegde aanslag schenk- of erfbelasting of een aanslag die nog niet onherroepelijk vaststaat. Neem hiervoor contact met ons op. Door tijdig bezwaar te maken, onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank, behoudt u in ieder geval uw rechten.

 

Download hier de pdf